Nederland verhoogt dreigingsniveau van 3 naar 4; “Kans op een aanslag is reëel”
De voorstelbaarheid van een aanslag tegen Nederland is dermate toegenomen dat de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) het dreigingsniveau heeft verhoogd van 3 (aanzienlijk) naar 4 (substantieel).
Dat betekent dat er een reële kans is dat er een aanslag in Nederland plaatsvindt. Dat schrijft de NCTV in het Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland december 2023. In het vorige Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland (DTN) werd al een toegenomen terroristische dreiging geschetst, omdat jihadistische organisaties voorbereidingen troffen om in Europa terroristische aanslagen te plegen.
Een optelsom van ontwikkelingen zorgt voor de verhoging van het dreigingsniveau. Door het gewelddadige conflict in Israël en de Palestijnse gebieden, koranschendingen in verschillende Europese landen en de oproepen tot aanslagen van terroristische organisaties is de dreiging vanuit het jihadisme toegenomen. De recentelijke aanslagen in ons omringende landen laten zien dat individuen aan deze oproepen gehoor geven. Ook een aantal arrestaties in naburige Europese landen van verdachten die de intentie hadden om uit jihadistisch motief een aanslag te plegen zijn hier voorbeelden van. Daarnaast is de dreiging vanuit het rechts-extremisme en anti-institutioneel extremisme onverminderd aanwezig.
Toegenomen jihadistische dreiging
De terroristische dreiging in Nederland die voortkomt uit het jihadisme neemt toe. Organisaties als ISIS en al Qa’ida gebruiken de Gaza-oorlog om sympathisanten aan te sporen aanslagen te plegen in het Westen. Daarnaast roepen deze organisaties op tot aanslagen uit wraak voor koranschendingen in verschillende Europese landen. Door deze omstandigheden kunnen enkelingen of kleine groepen binnen de jihadistische beweging zich geroepen voelen om over te gaan tot geweld. Deze gebeurtenissen hebben niet alleen een mobiliserende werking voor Nederlandse jihadisten, maar ook voor radicaal-islamitische personen buiten de jihadistische beweging.
In verschillende Europese landen, waaronder in Nederland, zijn in 2023 verdachten gearresteerd die de intentie hadden om uit jihadistisch motief een aanslag te plegen. Deze arrestaties tonen dat jihadisten aanslagen willen plegen en daartoe voorbereidingen treffen, maar laten ook zien dat de Europese inlichtingen- en veiligheidsdiensten terrorisme kunnen onderkennen en aanslagen verijdelen.
Daarnaast kunnen online propagandacampagnes van, en online contacten met ISIS en haar Afghaanse afdeling Islamitische Staat Khorasan Provincie (ISKP) mensen inspireren tot geweld. Aanslagen in Frankrijk, België en het Verenigd Koninkrijk sinds oktober illustreren de risico’s die blijven uitgaan van geradicaliseerde personen, die worden geïnspireerd door actuele gebeurtenissen en terroristische organisaties.
Radicalisering jonge jihadisten en rechtsextremisten grotendeels online
Niet alleen bij jihadisme maar ook binnen rechts-extremisme speelt de online wereld de laatste jaren een relatief grote rol als het gaat om verspreiding van propaganda, netwerkvorming en het opdoen van nieuwe contacten. Ook de online haat richting Joden en lhbtiq+’ers neemt in Nederland toe.
De online dimensie neemt in de belevingswereld van mensen een steeds prominentere plek in en extremisten spelen hierop in. Zij zoeken gelijkgestemden van over de hele wereld en communiceren vervolgens via heimelijke en versleutelde chats. Het is voorstelbaar dat een minderjarige of jongvolwassene na radicalisering binnen het rechtsextremistische onlinemilieu overgaat tot geweld. Deze dreiging blijft onverminderd. Daarbij valt op dat deze jonge jihadisten en rechts-extremisten lang niet altijd vanuit een ideologie radicaliseren richting geweld, maar dat een deel van hen juist een geschikte ideologie zoekt bij al bestaande geweldsfantasieën.
Er zijn ook in Nederland enkele voorbeelden bekend van jonge jihadisten die buiten de gekende fysieke netwerken om radicaliseren, onder invloed van online propaganda en aanjagers of door losse online contacten met medestanders in binnen- en buitenland. Arrestaties laten zien dat zij kunnen overgaan op het plannen van aanslagen, al dan niet in samenwerking met gelijkgestemden door heel Europa. Het gaat hierbij om nog relatief kleine aantallen.
Dreigingsniveau
In december 2019 werd het dreigingsniveau in Nederland verlaagd van 4 naar 3. Sindsdien was de kans op een aanslag ‘voorstelbaar’. Dreigingsniveau 4 betekent dat die kans nu ‘reëel’ is geworden. Aan het verhoogde dreigingsniveau zijn geen standaardmaatregelen of landelijke adviezen gekoppeld. Met de gedetailleerde informatie uit het DTN worden veiligheidspartners (zoals politie, gemeenten en ministeries) in staat gesteld om maatregelen te nemen om de dreiging het hoofd te bieden. Uiteraard zijn alle veiligheidspartners alert en wordt voortdurend bezien waar en op welke wijze eventuele aanvullende maatregelen nodig zijn. In de afgelopen periode zijn waar nodig ook extra veiligheidsmaatregelen genomen, waarover nooit mededelingen worden gedaan. Het dreigingsniveau is daarnaast ook een manier om de samenleving extra bewust te maken van en te infomeren over de dreiging.