Er komt een nieuwe versie van de ambtseed die alle rijksambtenaren afleggen als ze in dienst komen bij de Rijksoverheid. De nieuwe versie maakt duidelijker dat ambtenaren werken in het algemeen belang voor onze samenleving. Ook drukt de nieuwe eed nog beter uit dat ambtenaren in hun werk met alle mensen omgaan op basis van rechtvaardigheid, gelijkwaardigheid en respect. Dit schrijft minister Bruins Slot van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties in een brief aan de Tweede Kamer.
De wijzigingen komen voort uit een wens van de Tweede Kamer, verwoord door de motie Ellian (35 570, nr. 63). Ook ambtenaren zelf ervaren de huidige eed als verouderd en moeilijk te begrijpen. Om die laatste reden is de nieuwe eed ook toegankelijker opgeschreven. Naar verwachting zal de nieuwe eed vanaf 1 januari 2024 gebruikt gaan worden. Dit is na het benodigde wetgevingsproces het vroegst mogelijke moment dat de wijziging formeel vastgelegd kan worden.
Minister Bruins Slot: “Wie gaat werken voor de overheid, werkt niet voor zichzelf, maar in het algemeen belang voor onze samenleving. Die opdracht is groot en van enorme waarde. De nieuwe eed maakt duidelijk welke waarden en welk gedrag daarbij horen. Ook is het belangrijk dat de nieuwe eed is geschreven in begrijpelijke en herkenbare taal. Zo is het voor ambtenaren ook makkelijker om daar in het gesprek over aan te gaan.”
Waarom een eed?
Iedereen die in dienst komt bij de Rijksoverheid – en daarmee rijksambtenaar wordt – legt de ambtseed af. Dat moment markeert het bijzondere karakter van het werken bij de overheid: je vertegenwoordigt vanaf dat moment de overheid die zorg moet dragen voor iedereen die deel uitmaakt van de Nederlandse samenleving. Ambtenaren moeten daarbij zorgvuldig belangen afwegen en hun bewindspersonen adviseren. Daarbij hoort ook tegenspreken als dat nodig is, bijvoorbeeld als beleid in de praktijk anders uitpakt dan de bedoeling is.
De ambtseed is bovendien een belangrijk juridisch document. Ambtenaren moeten zich – gezien hun bijzondere positie – aan strikte regels houden. Mensen moeten erop kunnen vertrouwen dat de overheid in haar functioneren eerlijk en betrouwbaar is. Een ambtenaar die de ambtseed of belofte aflegt, zweert of belooft dat hij deze regels nakomt.
Tekst huidige ambtseed rijksambtenaren
Ik zweer/beloof dat ik trouw zal zijn aan de Koning en dat ik de Grondwet en alle overige wetten van ons land zal eerbiedigen;
Ik zweer/verklaar dat ik noch direct, noch indirect in welke vorm dan ook valse informatie heb verstrekt in verband met het verkrijgen van mijn aanstelling;
Ik zweer/verklaar dat ik tot het verkrijgen van mijn aanstelling aan niemand iets heb geschonken of beloofd en dat ik dit ook niet zal gaan doen;
Ik zweer/verklaar dat ik tot het verkrijgen van mijn aanstelling van niemand giften heb aanvaard en aan niemand beloften heb gedaan en dat ik dit ook niet zal gaan doen;
Ik zweer/beloof dat ik plichtsgetrouw en nauwgezet de mij opgedragen taken zal vervullen en zaken die mij uit hoofde van mijn functie vertrouwelijk ter kennis komen of waarvan ik het vertrouwelijke karakter moet inzien, geheim zal houden voor anderen dan die personen aan wie ik ambtshalve tot mededeling verplicht ben;
Ik zweer/beloof dat ik mij zal gedragen zoals een goed ambtenaar betaamt, dat ik zorgvuldig, onkreukbaar en betrouwbaar zal zijn en dat ik niets zal doen dat het aanzien van het ambt zal schaden.
Tekst nieuwe ambtseed rijksambtenaren
Ik zweer/verklaar dat ik dit ambt op een eerlijke manier heb gekregen. Dat betekent:
Ik heb voor dit ambt gekozen. Ik ben niet omgekocht en heb ook niemand omgekocht. Niet met giften en niet met beloftes.
Ik heb eerlijke informatie gegeven en heb niets verzwegen wat voor dit ambt van belang kan zijn.
Ik zweer/beloof de Koning en de Grondwet trouw te zijn en Nederland als goed ambtenaar te dienen. Dat betekent:
Ik werk in het algemeen belang voor onze samenleving en zet mij daar volledig voor in.
Ik werk integer en behandel iedereen rechtvaardig, gelijkwaardig en met respect.
Ik ga zorgvuldig om met informatie. Ik draag bij aan een open overheid en weet ook dat ik vertrouwelijke informatie geheim moet houden.
Ik gedraag mij volgens onze wetten, het recht en de gedragsregels die verder voor mij gelden.